Ons jaarlijkse tochtje…

Een charmante reisbeschrijving van de familie Bakker uit Haastrecht over een dagje varen van huis uit via Gouda naar de Reeuwijkse Plassen.

Wij zijn in het bezit van een sloep, merk Damarin uit Gouda, een heerlijke boot waar je heel relaxed mee kan varen. Het is geen raceboot. Dat is een van de redenen dat we zo’n boot hebben aangeschaft. Mijn vrouw en ik vinden het heerlijk om hierop te ontstressen. Dat is af en toe wel nodig in deze economisch zware jaren. Met ons eigen bedrijf, een winkel voor woninginrichting in Haastrecht, hebben we daar wel behoefte aan.

Sloep van de Damarin werf aan de Goejanverwelledijk in Gouda

Ook zijn we in het bezit van een eilandje in de Reeuwijkse Plassen. Voor mij is dat een droom, die is uitgekomen. Ik fietste vroeger heel vaak met mijn ouders door Reeuwijk, en ik vond het er toen al prachtig. Voor ons is dit eilandje ook ideaal gelegen. Vlak bij huis en midden in de randstad is het een oase van rust.

Een van de hoogtepunten van onze jaarlijkse vaartochtjes is de route van Haastrecht naar ons eiland. Fietsend of met de auto doe je dat makkelijk binnen een half uur. Met de boot duurt dit echter ietsje langer.

Nadat we de boot na de winterstop te water hebben gelaten bij de jachtwerf van Damarin aan de Goejanverwelledijk, varen we meestal eerst even terug naar Haastrecht om te fourageren. We maken er een dagje uit van. Dat is gezien alle obstakels ook wel nodig. De eerste brug te Haastrecht is voor zo’n klein bootje geen probleem, daar varen we moeiteloos onderdoor, waarna de Goverwellebrug op dezelfde manier genomen kan worden. Na de Haastrechtse Molen van de familie Noorlander komt de eerste hindernis, de Waaiersluis. Meestal doen we dit tochtje op een maandag, waardoor we vaak alleen in de sluis liggen. Hier is het hoogteverschil meestal heel klein. Nadat de vriendelijke sluismeester ons hier vlot doorheen heeft geholpen, gaat de reis verder. De Haastrechtse brug passeren wij weer moeiteloos en daarna moeten we kiezen. Onze keuze hangt een beetje af van de beschikbare tijd, aange-zien sommige sluizen tijdens de lunch dicht zijn en we later bij de Kleiweg op tijd moeten zijn, omdat we daar door een brug/sluiswachter op gezette tijden worden begeleid.

De eerste mogelijkheid is, enkele honderden meters na de Haastrechtse brug, de Mallegatsluis aan stuurboord. Dit is een grote sluis met meestal niet te veel hoogteverschil. Het nadeel is dat er geen draai-, maar hefdeuren in zitten. Wij moeten met ons open bootje onder zo’n deur door, die heel lang flink nadruppelt. Het liefst zouden we een poosje wachten tot het druppen is gestopt, maar we laten ons toch een beetje opjagen door de wachtende sluiswachter. In volle vaart eronderdoor dan toch maar. Na het schutten hetzelfde liedje als we er weer uit moeten.

Daarna tjoeken we op ons gemak door naar de Guldenbrug, die de Korte Akkeren met de binnenstad verbindt. Hier kunnen we met hulp van de daar aanwezige brugwachter eenvou-dig passeren. De volgende brug, de Pottersbrug bij het Bolwerk, moet ook open.

Hier moeten we ook onderdoor als we de alternatieve route nemen. We varen dan bij de Mallegatsluis rechtdoor. We passeren de voormalige Unileverfabrieken en het dieselgemaal Mr. P.A. Pijnacker Hordijk, en slaan dan naar stuurboord af, richting de Gouwe, om daar ge-schut te worden in de Julianasluis. Ook daar liggen we weleens alleen in en dan voel je je toch wel een beetje klein met dat bootje van ons. En dan voelen we ons bovendien een beetje schuldig omdat we als recreanten zo’n grote sluis moeten laten werken. Maar die ene keer, enkele jaren geleden, toen we bij het verlaten van de sluis zagen dat de volgende boot groot genoeg was om de hele sluis te vullen, toen waren we toch wel blij dat we er alleen in hadden gelegen.

Nadat we op deze route de wijk De Korte Akkeren zijn gepasseerd, slaan we weer naar stuurboord af, de Nieuwe Gouwe op. Hier moeten wij eerst nog de Ir. De Kock van Leeu-wensluis passeren. Dan komen we ook weer bij het Bolwerk uit. Deze route kan makkelijk wat verlengd worden, door nog wat verder de Hollandse IJssel of het Gouwekanaal af te varen.

Wij passeren twee bruggen op het Bolwerk, de Rabatbrug en de Pottersbrug. Hier zit een brugwachter die de twee bruggen daar bedient. Ze moeten allebei open. Dan varen we rich-ting Kleiwegbrug over de Kattensingel. (Waar zou die naam toch vandaan komen?) Bij de Kleiwegbrug lunchen we meestal in de boot. De picknickmand is mee. Aangezien ons bootje te klein is voor een eigen toilet en de natuur toch af en toe ook zijn loop moet hebben, gaan we dan meestal nog even bij de Hema naar het toilet. Dan wachten we op de ambtenaar, die ons om 14.00 uur door de rest van de binnenstad zal begeleiden. Voor ongeveer vier euro opent hij eerst de Kleiwegbrug. Wij passeren er een beetje beschaamd – moeten al die mensen weer wachten om zo’n bootje te laten passeren – waarna hij/zij meefietst of -bromt naar de Schouwburgbrug. Die moet meestal open, en daarna in de Karnemelksloot nóg eens drie bruggen. Hierna stomen we op naar de Graaf Florisbrug die alleen bij heel laag water niet open hoeft. Vervolgens scheurt onze begeleider door naar de laatste sluis, de Reeuwijkse Verlaat. Deze prachtige pas gerenoveerde driewegsluis heeft meestal een enorm hoogtever-schil. Je beseft weer eens dat ons landje er heel anders uit zou zien als we al deze water-werken niet hadden.

Hier nemen wij afscheid van onze ambtenaar, die weer een reisje terug maakt met de hier wachtende bootjes. En wij vervolgen onze route over de Breevaart, richting de plassen. Hier kunnen wij de meeste bruggen passeren zonder problemen. We varen naar onze bestemming waar we, soms met een extra rondje over de plas, tevreden arriveren.

Wij doen dit tochtje al jaren en het blijft elke keer een heel leuke dag, zelfs als het weer wat minder is, of echt Hollands, wat we ook wel hebben meegemaakt. We weten dat we het de volgende keer wéér zo zullen doen. Nederland vanaf het water is toch heel anders dan vanaf de weg, ondanks al dat oponthoud. Maar dat is ook wel weer een nadeel. Je kunt nooit een keer voor een dagje naar de IJssel of de Gouwe, in verband met al die sluizen en bruggen.

Cor Bakker